Als je een gebouw of constructie wil (ver)kopen, is het van belang te weten of er al dan niet een vergunning voor bestaat en er al dan niet sprake is van een bouwmisdrijf.
Voor oude, reeds lang bestaande gebouwen en constructies is het vaak moeilijk de vergunningstoestand te achterhalen. Om die reden voorziet de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (art. 4.2.14) onder bepaalde voorwaarden in een vermoeden van vergunning. Hoewel voor deze constructies nooit een stedenbouwkundige vergunning werd bekomen, worden de constructies van rechtswege geacht te zijn vergund.
Er bestaan twee soorten vermoedens van vergunning:
- Het onweerlegbaar vermoeden van vergunning: constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht vóór 22 april 1962 genieten het onweerlegbaar vermoeden van vergunning.
- Het weerlegbaar vermoeden van vergunning: constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht in de periode vanaf 22 april 1962 en vóór 25 juni 1978 genieten het weerlegbaar vermoeden van vergunning. Het vermoeden kan dus door de overheid weerlegd worden, maar het enige geldige tegenbewijs is een proces-verbaal of een niet-anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van 5 jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
Naast dit vermoeden van vergunning dat in de Vlaamse Codex voorzien is, kan u zich mogelijk ook beroepen op het zogenaamde praetoriaans vermoeden van vergunning. Het gaat dan om op vandaag vergunningsplichtige handelingen die echter werden uitgevoerd vóór de inwerkingtreding van de vergunningsplicht. Zo zijn bepaalde functiewijzigingen pas vergunningsplichtig vanaf 1 mei 2000 en hetzelfde geldt voor de opdeling van een woonentiteit indien men aan bepaalde voorwaarden voldoet.
De toepassing van het vermoeden van vergunning is dus afhankelijk van de datum waarop het gebouw of de constructie werd opgericht. De bewijslast hiervoor ligt bij diegene die zich op het vermoeden van vergunning wenst te beroepen. De aanvraag dient gestaafd te worden met bewijsstukken waaruit de oprichtingsdatum van de constructie(s) valt op te maken, zoals een kadastraal uittreksel, kadastraal plan, gedateerde (lucht)foto’s, postkaarten, bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister, bewijzen kadastraal inkomen, facturen van aannemers of van aankoop goederen die refereren naar de oprichting, rekeningen van nutsvoorzieningen, notariële aktes, getuigenverklaringen, gedateerde opmetingsplannen, huurcontracten, …
Voor constructies zichtbaar op luchtfoto is het aangewezen een uitvergroting van een luchtfoto op te vragen bij het Nationaal Geografisch Instituut.
Meer informatie over ons privacybeleid en jouw privacyrechten vind je op www.denderleeuw.be/privacy.